Wens tot decertificering aandelen niet altijd gehonoreerd
Het komt vaak voor dat de aandelen in een BV zijn ondergebracht in een Stichting Administratiekantoor (STAK). Daarmee staan de aandeelhouders op een wat grotere afstand van de onderneming, zodat het bestuur van de onderneming slagvaardig kan handelen. Na verloop van tijd kan het wenselijk zijn – vanuit aandeelhouders of vanuit het stichtingsbestuur – om de aandelen te decertificeren. Onder welke voorwaarden dat kan, hangt af van de tekst in de administratievoorwaarden van de stichting.
Een voorbeeld van de wenselijkheid van decertificering is het overlijden van een certificaathouder met als gevolg dat alle certificaten in één hand terecht komen. Die persoon kan belang hebben bij decertificering.
Onlangs diende een dergelijke zaak voor het Hof Den Bosch. In de administratievoorwaarden was opgenomen dat alleen het bestuur van de stichting tot decertificatie van de aandelen kan overgaan. Ook was opgenomen dat certificaathouders geen decertificering van de aandelen kunnen verlangen, tenzij alle certificaten van aandelen worden gehouden door één persoon.
Zowel uit de statuten van de betreffende stichting als de administratievoorwaarden blijkt dat een besluit over decertificering alleen door het bestuur van de stichting kan worden genomen en dat het ook alleen kan met algemene stemmen “kan” besluiten. Er is daarmee – blijkens het woord “kan” sprake van een zogenaamde discretionaire bevoegdheid. Dat is de bevoegdheid van het bestuur om zelf te bepalen of en hoe het bestuur de bevoegdheid zal gebruiken.
Geen onbegrensde bevoegdheid
Dat houdt in dit geval in dat degene die alle certificaten in bezit heeft, niet zonder meer decertificering kan verlangen. Aan de andere kant wil het ook niet zeggen dat het bestuur van de stichting een onbegrensde bevoegdheid heeft om een verzoek tot decertificering af te wijzen. Het in handen komen van de aandelen bij één persoon kan een belangrijke reden voor decertificering zijn. Maar het kan ook de bedoeling van de certificering geweest zijn om de zeggenschap van de aandeelhouders ook definitief uit te sluiten als slechts één aandeelhouder alle aandelen houdt of als het in verband met de continuïteit van de onderneming niet verantwoord is de zeggenschap in handen te leggen van de enige certificaathouder. Dat zijn gronden om een verzoek tot decertificering af te wijzen.
Wilt u meer weten over certificering en decertificering van aandelen? Bel ons voor het maken van een afspraak.