Home » Diensten » Familierecht » Trouwen

Trouwen

trouwen

Het huwelijk is een samenlevingsvorm die tot stand komt bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Een aantal zaken over het huwelijk ligt vast in de wet. 

In Nederland kunnen ook twee mannen of twee vrouwen met elkaar in het huwelijk treden. De regels voor het aangaan, sluiten en beëindigen van een huwelijk zijn hetzelfde voor paren van verschillend geslacht. Dit geldt ook voor de verplichtingen van de partners ten opzichte van elkaar. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Wij informeren en adviseren u hier graag over.

013-5321155 – Bel om een afspraak te maken voor een eerste gesprek

 

Trouwen in gemeenschap van goederen

Vanaf 1 januari 2018 is de Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen in werking getreden. De belangrijkste veranderingen zijn dat het eigen vermogen dat vóór de trouwdatum is opgebouwd én erfenissen en schenkingen buiten de gemeenschap vallen.

Hoe werkt deze wet en wat zijn de verschillen met de algehele gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden?

Algehele gemeenschap van goederen (tot 1-1-2018)

Wanneer stellen geen afspraken maakten voor hun huwelijk of geregistreerd partnerschap gold volgens de wet de algehele gemeenschap van goederen. Alle bezittingen en schulden die voor en tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap waren opgebouwd waren gezamenlijk eigendom. Dat gold ook voor bijvoorbeeld een schenking, erfenis of (uw aandeel in) het familiehuisje. Na een scheiding moesten de partners al het geld en bezittingen in principe in tweeën verdelen. Hetzelfde gold voor de schulden. Ook als u niet wist dat uw partner schulden had gemaakt, moest u daar toch aan meebetalen.

Beperkte gemeenschap van goederen (vanaf 1-1-2018)

Tegenwoordig geldt voor stellen die trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan automatisch de beperkte gemeenschap van goederen. Dat betekent dat alleen vermogen dat tijdens het huwelijk of het geregistreerde partnerschap is opgebouwd van u samen is. Bezittingen of schulden van voor het huwelijk vallen niet in de gezamenlijk boedel. Ook schenkingen, giften en erfenissen blijven persoonlijk bezit, of ze nu voor of tijdens het huwelijk zijn ontvangen. Om te kunnen aantonen, bijvoorbeeld bij een echtscheiding of overlijden, dat bepaalde bezittingen uw persoonlijk eigendom zijn, is een goede administratie belangrijk. Zonder bewijs van eigendom worden persoonlijke spullen toch tot het gemeenschappelijk vermogen gerekend.

Voor schulden die ontstaan tijdens het huwelijk, ook als een van de partners hier niets van afweet, zijn volgens de nieuwe wet beide partners nog steeds aansprakelijk.

Huwelijkse voorwaarden en partnerschapsvoorwaarden

Wilt u tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap bezittingen of schulden apart houden? Dan gaat u naar de notaris voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Deze situatie verandert niet door de nieuwe wet.

Het is nog steeds mogelijk om te kiezen voor de algehele gemeenschap van goederen. Daarvoor kunt u ook bij de notaris terecht.

trouwen in gemeenschap van goederen

Getrouwd in (beperkte) gemeenschap van goederen en erfenis

Indien u geen kinderen heeft bent u vanaf de huwelijksdatum elkaars enige erfgenaam.

De wetgeving rondom trouwen en wettelijk erfrecht kent de zogeheten wettelijke verdeling. Deze wettelijke verdeling geldt ook als er geen testament is gemaakt. De langstlevende echtgenoot is op deze manier beschermd tegen de erfrechtelijke aanspraken van de kinderen. Voor echtparen (of geregistreerde partners) met kinderen is het daarom minder belangrijk om een testament te maken.

De wettelijke regeling geeft echter niet meer dan een basisvoorziening. Het maken van een testament is in veel gevallen daarom toch wenselijk. Zeker wanneer er sprake is van enig vermogen, bijvoorbeeld een eigen huis met een overwaarde, is het maken van een testament interessant. De wetgever snijdt zich (uiteraard) niet in eigen vlees door regelingen te ontwerpen die fiscaal gunstig zijn.

Erfrecht kinderen bij overlijden getrouwde ouders

De wettelijke verdeling komt er in grote lijnen op neer dat de langstlevende eigenaar wordt van alle bezittingen en ook de schulden voor rekening moet nemen. De kinderen houden hun erfdelen tegoed in de vorm van een vordering. Deze is in principe pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Kinderen kunnen zich er niet tegen verzetten dat hun erfdeel bij de langstlevende blijft, ook niet als die alles opmaakt. Met de invoer van de wettelijke verdeling geldt niet meer dat de kinderen als mede-eigenaren overal voor mee moeten tekenen en hun erfdelen kunnen opeisen. Wel kunnen kinderen onder omstandigheden, in het kader van de zogenaamde “wilsrechten”, verlangen dat goederen uit de erfenis aan hen worden overgedragen.

Let op: over de vorderingen van de kinderen (erfdeel) is al bij het overlijden van de eerste ouder erfbelasting verschuldigd. Dit bedrag is afhankelijk van de hoogte van het erfdeel (vordering).

Meer weten? Neem contact met ons op

Uw contactpersonen: